Hoewel Italianen ─ en dat geldt eveneens voor andere Zuid-Europeanen ─ totaal anders gestructureerd zijn dan bij voorbeeld koele Nederlanders of afstandelijke Scandinaviërs, zou men er ook daar wel goed aan doen (heel wat meer) te relativeren, hetgeen een bittere noodzaak lijkt, voordat Italië in hetzelfde politieke moeras wegzinkt als dat zo ongeveer acht decennia geleden het geval was.
De Italiaanse premier en mediamagnaat Berlusconi |
Toch nog hoop op verdwijnen
Hoe oppervlakkig dat alles is, blijkt als men even verder kijkt dan de eigen neus lang is. Want zelfs Italianen kan men het te bont maken, is in juni gebleken. Die meneer Berlusconi heeft zich te zeer vergaloppeerd, hetgeen ertoe heeft geleid dat hij zijn overtuiging direct heeft bijgesteld. Riep hij na de rampen met de kerncentrales in Japan ─ inmiddels geheel uit het nieuws verdwenen ─ dat hij bleef inzetten op kernenergie, na de voor hem slecht verlopen verkiezingen is hij voor een groene toekomst. Het zegt iets over de wendbaarheid van de man als het eigenbelang in het gedrang komt. Toch is en blijft het verwonderlijk dat iemand met zo'n kwalijker uitstraling ─ eerst zie je een conglomeraat van onbetrouwbaarheid op je afkomen en wel zodanig dat die een zelfstandig leven leidt buiten de 'aura' van de man in kwestie; dan zie je een hele tijd niets en pas dan een schertsfiguur die de naam draagt van iemand over wie recentelijk een boek is verschenen, dat snel in het Nederlands is vertaald.
Ten halve omkeren?
De meest prangende vraag die zich keer op keer voordoet, is: kan die dubieuze Italiaan toch weer overleven, geheel in overeenstemming met wat zich de laatste decennia door, met en om hem heeft afgespeeld, of is het moment aangebroken dat de meerderheid der Italianen door een onomkeerbare Berlusconi-moeheid is gegrepen? Mocht dat niet gebeuren, dan zal ook Italië meer en meer worden gekenmerkt door de onaangenaam bruine tinten in het politieke krachtenveld dat reeds heeft bezit genomen van diverse andere Europese landen, hetzij in de regering zelf, dan wel in de sfeer der gedoog-partners, die het in enkele landen al voor het zeggen hebben.
De terugreis naar de jaren dertig van de vorige eeuw is vooralsnog niet tegen te houden. Misschien dat het ware gezicht van bepaalde politici ─ en dat komt slechts onder zeer hoge druk te voorschijn ─ ertoe bijdraagt dat in landen waar grote delen van de bevolking reeds heeft geboekt voor het avontuur in het ondoorgrondelijk bruine moeras, een al te pijnlijk incident met verstrekkende gevolgen ervoor kan zorgen dat men ten halve keert voordat men ten hele blijft dwalen.
Tournee
Dat de opper-manipulator uit Rome ─ en deze keer bedoelen we daarmee nu eens niet de bezetter van de stoel van Petrus ─ voor pathologisch geblaat niet terugschrikt, bleek voor de zoveelste keer, tijdens een bezoek in juni 2010 aan Brazilië. Tegen de Braziliaanse president da Silva sprak het Laars-Mannetje: "Wij komen allebei uit de loopgraven van de arbeiderswereld." Hoe wereldvreemd ─ om het nu eens vriendelijk te zeggen ─ dat was, blijkt uit het feit dat die Italiaan miljarden heeft verdiend na zijn tijd in een arbeidersgezin, en de ander na zijn schooltijd een gewone arbeider is geweest.
En zo raaskalt dat vreselijke wezen 'gewoon' verder. Aan Sarkozy meldde hij dat hij aan de Sorbonne heeft gestudeerd, maar dat moet de Italiaanse premier hebben gedroomd: letterlijk of figuurlijk.
Kameleontisch
Beppe Severgnini omschrijft in zijn boek Berlusconi en de Italianen dergelijke en soortgelijke uitingen als kameleontisch: de man doet ze op de scala variërend van kameel-achtig tot leeuw-achtig. Het toont hoezeer de man is gespeend van ook maar de geringste zelfkritiek.
Auteur Indro Montanelli |
In het boek van Beppe Severgnini worden we nog eens met wat nuchtere feiten geconfronteerd: die Berlusconi bezit negentig procent van de Italiaanse media; meer dan eens is hij aangeklaagd wegens corruptie, meineed en frauduleuze handelingen. Toch werd hij in 2008 voor de derde keer Italië's minister-president.
Eindeloos lijkende weg het ravijn in
Al twee decennia draait heel Italië om deze man. Hoe kan dat en welke gevolgen heeft het. In het onlangs in Nederlandse vertaling uitgekomen boek van voornoemde auteur wordt het uit de doeken gedaan, en gelukkig doet de schrijver dat op een onderhoudende manier, die je hier en daar doet meesmuilen ondanks de vele kwalijke aspecten die in het verhaal geenszins onderbelicht raken. Hij verklaart de tien elementen die het succes van Berlusconi vormen, en houdt de mensen, ook de niet-Italianen, daarmee een spiegel voor. Zolang de super macho Berlusconi het niet al te bont maakte, leek het alsof een meerderheid van de bevolking in Italië dat vergoelijkte, maar nu zijn ster dalende is ─ en hoewel het zou kunnen, is het nog maar de vraag of dat een voortschrijdend proces is ─ gaat het volk morren en wordt de mantel der liefde minder en minder vaak te voorschijn gehaald.
En dan zijn er toch nog altijd weer politici die maar niet kunnen begrijpen dat er steeds meer mensen zijn ─ en vooralsnog zullen blijven komen ─ die zelfs alles wat lijkt op een schaduw van vertrouwen in de politieke kaste verliezen.
__________
Beppe Severgnini: Berlusconi en de Italianen. Vertaald door Miriam Bunnik; 176 pagina's, paperback, Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2011. ISBN 978-90-468-1030-9.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten