Op 23 december 1951 schrijft Thomas Mann in zijn Tagebuch dat hij de tijd onzeker vond, in elk opzicht. Ook meldde hij die dag niets anders te schrijven dan brieven; één daarvan dicteerde hij aan zijn echtgenote Katia; de inhoud ervan was een dankbetuiging voor het materiaal dat hem was toegezonden over de opvoering van de drama-versie van Buddenbrooks, in et Scottish Educational Center. [1]
Schrijven aan een van de vele eigen teksten schoot er op 23 december van dat jaar derhalve bij in; lezen daarentegen deed de woordgierige man wel: het boek The Universe and Dr. Einstein van Lincoln Barnett [2], waarin hij drie dagen tevoren ook al had gelezen. Voor de rest bestaan de aantekeningen van die dagvooral uit bespiegelen over zijn en niet-zijn, waarmee volgens deze Nobelprijswinnaar ook ruimte en tijd ophielden.
__________
[1] Zie in verband met herhalingen van de laatste verfilming van Buddenbrooks ons artikel op de fin de siècle website All art is quite useless van heden. Lees verder onze bijdrage op de zustersite van deze: Tempel der Letteren. Bekijk voorts ons artikel op de moedersite van deze: Cultuurtempel.
[2] Lincoln Barnett: The Universe and Dr. Einstein, is voor het eerst verschenen in 1948, twee jaar later als revised edition met een Voorwoord van Albert Einstein. In 1952 is het boek tevens als paperback op de markt gekomen in de reeks Mentor Books van de New American Library.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten