maandag 18 mei 2009

Verwarring rond begrip Vrijheid geïnventariseerd

Tegenspel gevraagd
De aflevering van het VPRO-televisieprogramma Tegenlicht dat op maandag 18 mei op Nederland 2 tussen 20:55 uur en 22:00 uur zal worden uitgezonden, heeft als titel Partijtje vrijheid.
De eerste associatie die ik bij dat begrip krijg, is de titel van een boekje dat ongeveer vier decennia geleden voor enige ophef zorgde, bij de niet-liberale, maar wel kritische geesten in dit land. Voorop een afbeelding van een jongeheer Wiegel aan de biljarttafel. Zelfs binnen de VVD waren mensen die de botte bijl mentaliteit welke genoemde Hans W. in de Tweede Kamer en op de beeldbuis aan de dag legde, te ver ging en hij nog een waar rijpingsproces zou moeten ondergaan. "Haya heeft Wiegel te vroeg geplukt", prevelden sommige van deze liberalen. Die zin associeerde vriend en vijand van het door de VVD vertegenwoordigde liberalisme — rechts van het midden — met een toen befaamde en geliefde oudejaarsconference van Wim Kan.

Dubbelzinnigheid
Voor de hand ligt de dubbelzinnigheid in de titel Partijtje vrijheid. We spelen alsof we vrijheid willen en we beginnen een politieke partij. Een instituut doorgaans klein begint alvorens het (als) een grote partij mee kan blazen. En daarmee zijn we middenin het thema van de uitzending: het claimen van het begrip Vrijheid, meer dan ooit, door politici, bij ons en over de grens, die redelijk rechts tot en met onredelijk vasthoudend dan wel anaal gefixeerd necrofiel zijn. In eigen land zijn de laatste creaties van deze stromingen afkomstig uit de VVD, en vinden zij die niet meer rechts genoeg. Het ergste daarbij is niet dat men een verlangen naar vrijheid wil opnemen in de benaming van de eigen stroming, doch dat dit begrip in die stromingen niet thuishoort, aangezien men er alleen vrijheid claimt voor de leiding van de club met de aanhang en een grote mate van onvrijheid wenst te creëren voor een iegelijk die niet actief dan wel passief steun wenst te verlenen aan die waanideeën.

Rob Wijnberg als gids
Onze Nederlandse filosoof Rob Wijnberg (geboren 1982) — in zijn dagelijkse werk opinieredacteur van de dagelijkse krant NRC/Handelsblad — had al met enkele boeken flinke belangstelling weten te genereren bij waarachtig liberale lezers, die op de bres staan voor vrijheden van levensbelang, zoals die van meningsuiting en alle daaruit voortvloeiende fenomenen. Ook als men over bepaalde zaken In Dubio verkeert.

Het begrip Vrijheid
Dat men in woordenboeken voor het dagelijks gebruik — van het qua inhoudelijke omvang kleinste tot en met het grootste woordenboek ter wereld — dat van De Vries en Te Winkel — Vrijheid als lemma kan vinden, behoeft geen nader betoog, maar dat het in specialistische woordenboeken, vooral in de min of meer alternatieve sfeer —zoals Vergeetwoordenboek, Klein Lexicon voor een Eigentijds Gesprek, alsook in het Klein Vademecum van de dagelijkse moraal en andere — ontbreekt, geeft te denken, en al helemaal dat dat in laatstgenoemd woordenboek eveneens het geval is, want daar hadden de auteurs uit de lijst met keuzebegrippen wel het woord vrijheid kunnen claimen. In een Nederlandse vertaling van Satans Woordenboek van Ambrose Bierce (1842-1914) daarentegen komt het wel voor met als definitie "Een van de kostbaarste bezittingen van de fantasie."
En daarmee zijn we weer terug bij de rechtse rakkers die dat substantief en alle erbij behorende adjectieven van de ware liberalen hebben ontvreemd, en of dat nu is van een maffioos getinte regeringsleider die absoluut geen notie heeft van politiek fatsoen of van zich in dubieuze bochten wringende thekla wier claim op "recht door zee" in een mum van tijd werd gelogenstraft dan wel een islamofobische volkstribuun — bij al dezen slaat het begrip als een bloederige biefstuk op vegetarisme.

Meningen
Rob Wijnberg leidt de kijker in Tegenlicht van maandag 18 mei naar zogeheten dwarse denkers: de filosoof Peter Sloterdijk (geboren 1947), de Britse historicus Jonathan Israel (1946) en de Amerikaanse literatuurtheoreticus Stanley Fish (geboren 1938), alleen qua leertijd en werkzaam leven van na de Tweede Wereldoorlog. Zij geven hun mening en adstrueren deze aan de hand van hun kritische houding ten opzichte van bepaalde bestaande toestanden en gebeurtenissen. Uit hun betoog zal weer helder worden dat het zich toe-eigenen, heimelijk dan wel openlijk, van het begrip Vrijheid, het schermen daarmee — als behorende bij de stroming die men vertegenwoordigt — primair echter op geen enkele wijze rechtvaardigt.

Panta Rhei
Uiteindelijk belandde het boekje Partijtje libre voor enkele dubbeltjes bij de toen grootste dumpboekhandel van ons land, waar het was geplaatst in de juiste categorie — en dat was in die dagen bij die firma bepaald niet vanzelfsprekend — naast een minuscuul werkje over Boer Koekoek, later nog aangevuld met Gruyters en Van Mierlo. Politici en hun ideeën in de ramsj. Hoewel Wiegel later af en toe, hier en daar, wat redelijker werd — vooral als hij van mening was dat zulks goed aankwam bij 'de mensen in het land' —, en Hendrik Koekoek steeds verder afgleed naar vormen van onbedaarlijke gekte in woorden en daden, maar, zonder enige nadere informatie, toch wel weer lid wenste worden van de partij die Dolf Brouwers — anno toen parlementair verslaggever van de Vara — slechts verbaal claimde te willen oprichten. De relatief linkse liberalen Gruyters en Van Mierlo verdwenen steeds meer naar de achtergrond, Van Mierlo en zijn ideeë overigens niet voorgoed. Af en toe een klein optreden dat wel eens de indruk van een gewenste come back maakte, is hij nu weer wel van de partij als het erom gaat het gevaar van die zogeheten vrijheidspartij(en) niet alleen terecht met ogen op steeltjes te volgen, maar tevens de benodigde waarschuwingen uit te spreken.
Het in de dagen van weleer toch reeds al te verscholen hoekje met het thema Nederlandse politirek bleef bij de boven geïndiceerde boekenmiljonair akelig leeg.
____________
Afbeeldingen
1. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk.
2. Voorzijde van Rob Wijnbergs boek In Dubio over vrijheid van meningsuiting. (Prometheus, Amsterdam, 2008; ISBN 978-90-446-1170-0.)
3. Voorplat van Ambrose Bierce's Satans Woordenboek in Nederlandse vertaling (1962).
4. Filosoof en redacteur Rob Wijnberg. (Foto: Michel Linssen.)
5. VS-literatuurtheoreticus Stanley Fish.

Geen opmerkingen: